Highlights KRV symposium

Emile Roemer

De heer Roemer vertelt dat onze branche hem na aan het hart ligt sinds deze al regelmatig voorbij kwam toen hij in 2006 de portefeuille Verkeer en Waterstaat had. Hij dit rapport dan ook graag schrijven, maar wel met de vrije hand om te onderzoeken waar ruimte is voor verbetering en hoe dat bereikt kan worden. Emile hamert er diverse malen op dat rijles geven een vak is.

De Alliantie Samen Sterk was een belangrijke eerste stap waarop Roemer kon voortborduren. Verder heeft hij ongelooflijk veel gesprekken gevoerd met mensen uit de hele branche. Er waren enquêtes en bijeenkomsten. Dit alles resulteerde in een rapport dat zowel in de branche als in het Kabinet als in de Tweede Kamer breed werd gedragen.

Er speelden twee problemen:

1. De sector is ongeorganiseerd/ geen eenheid. Daarom is de Koepel Rijonderricht en Verkeersveiligheid opgericht, zodat de sector nu een stem heeft.
2. Wat goede kwaliteit dan is en wat de juiste eisen zijn is nauwelijks vastgelegd. En daarom heet het rapport Van rijles naar rijonderwijs.

In het rapport doet Roemer 19 concrete voorstellen met 1 bedoeling: een kwaliteitsimpuls.

– door een overgang van examengericht naar opleidingsgestuurd de theorie en de praktijk met elkaar verbinden.

Het examentraject schiet ook tekort, met als gevolg frustraties en geweld.

De eisen voor toetreding zijn te laag, maar ook de eisen aan bedrijfsvoering en onderwijskwaliteit en de bijscholingseisen. Terwijl je niet moet onderschatten dat we vooral jongeren opleiden voor een verkeersveilige deelname. Rijinstructie is een vak.

We moeten dus organiseren en vastleggen.

Hiertoe moet als eerste een onafhankelijke CCA worden opgericht met bevoegdheden voor optreden. Desnoods moeten we klein beginnen.

Om een gelijk speelveld te creëren voor alle betrokken, moeten in elk geval de volgende zaken geregeld worden:

1. Een nationaal leerplan voor de leerling
2. Een leerlingvolgsysteem
3. Verkeerseducatie na groep 7
4. Eisen aan de bedrijfsvoering
5. Een nationaal leerplan voor de instructeurs (inclusief stage en bijscholing.

ALLE adviezen uit het rapport moeten worden opgevolgd; je kunt niet aan cherry picking doen. We kunnen NIET morrelen aan de onafhankelijkheid, noch aan de kwaliteitseisen. We moeten de vaart erin houden. Rijinstructie is een vak. En het gaat om de verkeersveiligheid.

Desgevraagd geeft Emile aan dat hij het ermee eens is dat we het samen moeten doen, en dat de BOVAG en de ANWB dus zullen moeten aansluiten. Het ziet er nu wel naar dat dat die aansluiting gaat plaatsvinden. 

De LBKR vraagt naar de mening van de heer Roemer over het feit dat de CCA onlangs officieel is afgeschoten vanwege te hoge kosten. Hij benadrukt dat de CCA een voorwaarde is voor een succesvolle uitvoering van dit rapport. Desnoods klein beginnen.

Ruud Rutten

Ruud geeft aan dat er veel opmerkingen komen vanuit de branche omdat er te weinig informatie naar buiten komt over de KRV en het rapport Roemer. “We proberen iedereen wel te informeren, maar er moet nog zoveel gebeuren!

Gisteren is er een bijeenkomst geweest in Den Haag met de KRV en de BOVAG/ANWB, CBR en IBKI plus de Minister waarin besproken werd dat het gezamenlijk doel is namelijk de branche.

Naschrift: In dit overleg is ook afgesproken dat er tóch een begin gaat worden gemaakt met de opzet van een onafhankelijk CCA. O.a. het leerlingvolgsysteem moet daar onderdeel van zijn.

Jos van Zuylen en Chris Verstappen over het rapport van Royal Haskoning

Jos van Zuylen is voorzitter van kamer B en Chris Verstappen van kamer C. Zij zijn nauw betrokken bij het nationaal leerplan. Royal Haskoning heeft een wetenschappelijk rapport geschreven: ‘Voorstel stelsel rijnonderwijs’ (nov ’23). Dit plan hebben Jos en Chris vertaald naar bijgaande dia’s.

Het aandeel van techniek is afgenomen, het aandeel gedrag navenant toegenomen. Het gedrag beïnvloeden is dus cruciaal. We moeten van het aanleren en examineren van de basisvaardigheden naar de hogere orde vaardigheden. Om de leerling zelfbewust te maken en deze leert zelfstandige besluiten te nemen, is het van belang dat er aandacht komt voor de soft skills: niet allen wat en hoe maar ook waarom.

Ook noodzakelijk is permanente verkeerseducatie

• Van examengericht naar opleidingsgestuurd.
• Van basisvaardigheden naar hogere orde vaardigheden.

Het examen zit nu net boven reproductieve vaardigheden (=’nadoen’).

De TTT moet naar voren gehaald worden om zo de overgang van de rijtaak naar de verkeerstaak af te bakenen. De feedback van de examinator heeft dan meer impact en er is meer tijd om eraan te werken.

De vraag wordt gesteld wie al de extra toetsen moet gaan afnemen, omdat de intercollegiale toetsing niet altijd mogelijk is voor eenmanszaken. Jos antwoordt dat men nu als denkrichting heeft het certificeren van kwaliteitsrijscholen. Chris zegt dat er ook tijdens de rijlessen voortduren gemeten (oftewel getoetst) moet worden en dit moet gecommuniceerd worden naar het CBR.

Iemand uit het publiek vraagt zich af of de leerling al veilig genoeg kan rijden om met een examinator op pad te gaan, of dat de examinatoren hiervoor meer training nodig hebben.

Alexander Pechtold – CBR

De heer Pechtold zet meteen de toon doordat hij zich bij het aantreden als directeur van het CBR afvroeg hoe moeilijk het kan zijn om examens af te nemen. Gelukkig is hij inmiddels wel wat wijzer geworden en weet hij dat er een hele wereld achter zit. (>200 producten, 1,7 miljoen examens en toetsen in 2022, 800.000 rijgeschiktheidstoetsen, 25.000 cursussen en onderzoeken.)

Hij zegt zich enorm betrokken te voelen bij de branche, en vindt goed rijonderwijs en examineren een vak. Er zijn ook mensen die er te licht over denken. Die wil hij aanpakken, maar hij denkt niet dat de hele branche zo is.

AP was enthousiast over het initiatief vanuit de branche voor Samen Sterk. Hij heeft bewondering voor het rapport van Emile Roemer en dat het rapport veel steun heeft en een breed draagvlak, dus dat de uitvoering ervan moet lukken.

Hij wil zich ervoor sterk maken dat de ‘Blauwe L’ een beschermd merk wordt.

De elementen uit het Rapport Roemer die het CBR belangrijk vindt:

• Een verplichte opleiding voor rijinstructeurs die aan kwaliteitseisen voldoet.
• Een nationaal leerplan. Dit is een blauwdruk voor de rijopleiding en biedt garantie aan leerling en ouders. Er moet wel ruimte blijven voor invulling door de instructeur.
• Een leerlingvolgsysteem. Dit biedt transparantie aan de ouders en het geeft de mogelijkheid de kwaliteit van de instructeur te monitoren. Ook maakt het inzichtelijk of de leerling klaar voor het examen is.
• Optreden tegen prestaties onder de maat. Hier ziet hij een rol voor het IBKI.

Een nieuwe manier van examineren is ook belangrijk. Deze is het CBR nu aan het ontwikkelen, uitgaand van 2 theorie- en 2 praktijkexamens. Maar AP verwacht van de bovenstaande 4 punten het meeste effect.

De branche moet één gezicht krijgen en met één mond praten om zo een stevige stem te hebben.

Uit het publiek komt de opmerking dat er onder ouders en leerlingen weinig begrip is voor soft skills. AP: Het CBR kan hier een grote rol in spelen door voorlichting te geven aan de consument. Ook na het halen van het rijbewijs moeten bestuurders de soft skills blijven toepassen. Daarom is AP blij met de gefaseerde opleiding. Zo ontstaat er een film van ontwikkeling in plaats van een foto als toetsmoment.

Uit het publiek wordt gevraagd wat deze extra examens betekenen voor de kosten van de rijopleiding. AP denkt niet dat het per se duurder wordt, omdat door de betere kwaliteit van de opleiding het slagingspercentage omhoog zal gaan.

Er wordt gevraagd of de geldigheid van het theoriecertificaat verlengd kan worden, zodat er voldoende tijd is voor de praktijklessen en geen druk vanwege het verlopen van het certificaat. AP sluit niet uit dat het eerste theorie-examen door de rijschool getoetst gaat worden.

Ruud Rutten vindt dat goede opleiders beloond zouden kunnen worden door een erkenning, zodat ze op het examen kunnen meepraten en het een een-tweetje wordt tussen examinator en opleider.  

Jos Vaessen – voorzitter KRV

Jos Vaessen is oud-directeur van het CBR. Hij heeft enorm veel bestuurservaring. Hij blijft voorzitter van de KRV tot eind volgend jaar.

Op deze dag zijn er 300 deelnemers aanwezig; voornamelijk leden van de brancheverenigingen. Demissionair Minister Harbers is vandaag voor het eerst aanwezig; de KRV is ook nog maar 1 jaar bezig.

De KRV bestaat uit 4 brancheorganisaties, 2 opleidingsinstituten, 4 uitgevers en als nieuw lid de KNMV. Als individu kun je alleen lid zijn van de KRV via je lidmaatschap aan een brancheorganisatie.

Het rapport Roemer gaf hoop en vertrouwen, spirit en thema. Twee zinnen zijn volgens Jos heel belangrijk:

1. Van rijles naar rijonderwijs
2. Van examengestuurd naar opleidingsgericht.

(Ad 1: dit betekent dus ook dat er een CAO moet komen, zoals in elke zichzelf respecterende branche. )

In de KRV wordt één front getrokken, namelijk de invulling van dit rapport.

We hebben vandaag verschillende plannen gehoord van Royal Haskoning, CBR en IBKI. De beoordeling van al deze plannen kan pas als alles bij elkaar komt. De KRV is het nog niet overal mee eens en heeft nog vraagtekens bij diverse plannen.

Hoewel we het er vandaag niet over gaan hebben, is de KRV ook bezig met alles wat zich nu afspeelt, zoals de lange wachttijden. Maar de KRV houdt wel degelijk de vinger aan de pols.

Jos vraagt een applaus voor iedereen die zich belangeloos inzet voor de Koepel.

Het doel van de KRV is om meer respect te krijgen voor de rijinstructeur en de rijschool, en het faciliteren van goede instructeurs.

Demissionair Minister Mark Harbers

Om op de toekomst voorbereid te zijn, moet je ook het verleden kennen.

Okt 2020: Roemer ging kijken naar het verbeteren van de branche.

14 april 2021: er lag een advies aan toenmalig Minister Cora van Nieuwenhuizen dat stevig was qua omvang en qua inhoud. Maar dat was ook nodig. Het advies werd omarmd door het Ministerie.

25 mei 2022: de officiële reactie van het Kabinet werd ondertekend.

De afgelopen twee jaar heeft de KRV met IBKI, CBR en het Ministerie gewerkt aan de plannen van Roemer. De instructeur is de belangrijkste factor; deze heeft heel belangrijk werk. Helaas zijn niet alle 8000 rijscholen en 15.000 instructeurs lid van een brancheorganisatie. Hij wil de KRV aanmoedigen om te blijven samenwerken.

Een sterke KRV is een gesprekspartner en een schakel tussen de instructeurs en de overige organisaties. Vanwege dit belang is de KRV een tweejarige startsubsidie toegekend.

Op de vraag wat het betekent dat de regering demissionair is, meldt Mark Harbers dat de uitvoering van dit rapport niet controversieel is verklaard – oftewel de Kamer staat hier nog steeds achter – en er dus geen belemmering is om door te gaan.

Er wordt gevraagd of de onwillige rijscholen met een laag slagingspercentage kunnen worden aangepakt. Harbers: dit wordt onderzocht maar het lijkt weinig op te leveren, terwijl het wel veel geld en capaciteit kost. Er wordt nog wel onderzoek gedaan naar wat er verder gedaan kan worden.

Op de vraag wie de klant is van het CBR, antwoordt de Minister dat de samenleving en de kandidaat klant zijn van alle betrokken organisaties. Daaronder kun je nog weer allerlei andere klantrelaties onderscheiden.

Er wordt een vraag gesteld over handsfree bellen verplichten voor instructeurs. Ze zijn immers juridisch bestuurder en hebben een voorbeeldfunctie. Harbers: Bovendien heeft de leerling recht op de volledige aandacht van de instructeur. Informeel is hij het daarmee dus volledig eens, maar formeel moet de afweging nog gemaakt worden.

Kamer B

Er wordt medegedeeld dat kamer B het examen 1a wil splitsen naar een apart RVV-examen.

De bijscholing moet gaan bestaan uit een theorie-examen en een praktijktoets.

Het uiteindelijke rapport is echter nog niet ingediend.

Kamer C

De uitgeverijen waren al voor de oprichting van de KRV gewend om samen op te trekken. Toch zien ze meerwaarde in de Koepel, omdat het helpt de prioriteiten van de diverse kamers in de juiste volgorde te zetten en in perspectief: wat vinden we samen belangrijk? Dit geeft ook draagvlak over en weer.

Herme Bruin – IBKI

Het IBKI wil alles op alles zetten om het vak te professionaliseren.

Daarvoor is een beroepscompetentieprofiel noodzakelijk: wat moet iemand kennen en kunnen? Dit moeten de opleidingsinstituten uitwerken in een leerplan. In het kwalificatieprofiel wordt beschreven hoe de opleiders dat gaan aanleren aan de instructeurs.

Er ligt een advies aan het Ministerie om het mogelijk te maken om de beroepsopleiding voor vrachtwageninstructeur rechtstreeks mogelijk te maken zonder eerst de opleiding B instructeur te moeten doen.

Op de vraag in hoeverre de instructeurs betrokkenzijn bij kamer B antwoordt Hermen dat er veel rijschoolhouders in kamer B zitten, omdat zij ook instructeursopleidingen bieden.